Bert Mol

Bert Mol

Bert gaat er eens makkelijk voor zitten om met André Dekker en Frans een interview aan te gaan.

Ik vraag Bert of hij een geboren en getogen Meppeler Mug is. Lachend legt Bert uit dat hij in Hoogeveen is geboren en later naar Meppel is verhuisd. In Hoogeveen als klein kereltje (zou je nu niet meer zeggen), het kinderdagverblijf De Krulekoare bezocht en daarna naar de van de Ploegschool. Ik woon nu meer dan tien jaar in Meppel in de Reestlanden, eerst in de Emmastraat .

Bert heeft niet de Mackayschool bezocht, maar heeft wel een periode op de Thrianthaschool in Emmen gezeten. Muziek maken en luisteren is de grootste hobby van Bert. Thuis heb ik een eigen drumstel en woensdagavond ga ik naar De Altiband en heb daar een eigen trommel met woodblock en een zogenaamde koebel. Vroeger was ik lid van Trebokama en ging ik wandelen, gymmen en zwemmen. Ik heb diploma A, dus kan ik niet “verzoepen in het water”. Wonen in de Rembrandt van Rijn is mooi, ik heb een eigen kamer en vind het goed. Op de vraag hoe de woonvorm aan die mooie naam komt, kan Bert vertellen dat Rembrandt<br /> een of andere schilder is. Hij lacht als wij vertellen dat Rembrandt geen huis en keukenschilder is, maar een heel bekende Nederlandse schilder, die hele dure schilderijen heeft gemaakt. Koken doet Bert niet zelf, hij heeft het goed voor elkaar door gebruik te maken van de catering. Elke week kan ik kiezen wat ik wil eten. Prima geregeld Bert.

De dagelijkse gang naar het werk is richting de zorgboerderij De Keuterij,waar Bert druk is met tuinverzorging, hout zagen en kloven. “Eigenlijk net als Frans en André, doe ik daar van alles”. Ook klusjes.<br /> Mijn vriendin heet Sophie en we zijn al negen jaar bij elkaar. Om dit te vieren hebben we samen gegeten in Beilen. Sophie woont ook in de Rembrandt van Rijn. We gaan in het weekend wel eens samen de stad in voor een kop koffie bij Jaap de Boer. De laatste keer missen we de buurtbus en dan bel ik meteen Connexion met een klacht. Even later komen ze ons toch ophalen. Als er problemen zijn op het werk, dan komen de mensen naar mij toe om het te vertellen. Ik los het meteen op of ga naar de werkmeester om het op te lossen. Dat doe ik ook op De Keuterij. We vragen Bert waar we hem ’s nachts voor kunnen wakker maken. Hij lacht breeduit als hij zegt:  “Voor een flesje bier, liefst Bavaria, een blikkie bier mag ook”. Prima, maar we bedoelen wakker maken voor iets lekkers te eten. “Mag ook wel, maar dan lust ik wel hutspot met een rookworstje”.

Bij de Altiband hoeft niet veel te veranderen maar er kan wel wat zachter gespeeld worden op de trommels. Nu soms te hard. “Ik speel hem er direct in, en hem soms de kreukels in mijn trommelvel”. Hij lacht hard als we hem uitleggen dat dit ook voor hem geldt. Het bestuur is wel goed, kan ik goed mee overweg. Nu mijn broer mij brengt en haalt met de auto, kan ik niet meer helpen met opbouwen. We vragen hem wat hij zou veranderen in Nederland als hij “de baas” zou zijn. Een helder antwoord geeft Bert zonder lang te hoeven nadenken. “De verkeersregels strenger aanpakken. Iedereen moet richting aangeven en in de stad niet te hard jagen met de auto. Zeker als ik op de fiets zit, rijden ze me bijna van de sokken op de Ceintuurbaan en de Commissaris”. Als dat gebeurt zien ze mij zo weer op het politiebureau, daar kennen ze mij wel. We stoppen het gesprek en Marten wacht op Bert voor de foto.

Dank je wel Bert voor dit interview.